GET
YOUR KICKS ON ROUTE 66
Well if you ever plan to motor west
Just take my way that's the highway that's the best
Get your kicks on Route 66
(The Rolling Stones, 1964)Just take my way that's the highway that's the best
Get your kicks on Route 66
<div style="font: 14px/normal arial, sans; color: rgb(43, 43, 43); font-size-adjust: none; font-stretch: normal;" id="tamap_init">
Legendarisch.
Sommige wegen zijn legendarisch. Dat geldt in ieder geval voor de eeuwenoude
pelgrimsroutes die sinds eeuwen miljoenen burgers te voet, per fiets of paard
naar Santiago de Compostela, Rome en Jerusalem voeren. Of naar minder bekende
bedevaartsoorden dichterbij. Kevelaer, Scherpenheuvel, Wittem en vele andere in
de directe regio.
Met
de komst van de automobiel en later het vliegtuig nemen vanaf het einde van de
19e eeuw nemen de afgelegde afstanden, over al dan niet verharde
wegen, explosief toe. En komen ook heel andere routes in beeld. Zoals de
beroemde, en al sinds de 9e eeuw gepraktiseerde Tempeltocht langs de
88 Zen-tempels op het Japanse eiland Shikoku. Of de heilige hadj naar Mekka in
Saoudie-Arabië die alle moslims een keer in hun leven geacht worden te maken.
En liggen er geen religieuze motieven aan een dergelijke tocht ten grondslag,
dan is het wel het gevoel van Fernweh dat mensen de weg op drijft. Keuze
genoeg. Volg de Ruta 40 (de Ruta Cuarenta) die een afstand van 5000 kilometer
overbrugt, van de Cabo Virgines in Noord Argentinië naar het koude Tierra de
Fuego in het zuiden van het land. Moet het sneller dan kun je terecht op de oude
stukken autoweg die nog bestaan van de historische U.S. Highway 66, beter
bekend als de Route 66. Van Chicago tot Santa Monica aan de Pacific bij Los
Angeles, over een afstand van bijna 4000 kilometer. Kortom: de aardbol is te
klein voor iemand die geen rust in zijn lijf heeft.
Waarom
reizen? Weg. Liefst zo ver mogelijk. On
the road. Het contact met de basis verbroken. Hoewel dat tegenwoordig een
stuk lastiger is vol te houden met je mobiele telefoon, laptop of I-pod bij de
hand en overal wifi en andere netwerken in de lucht.
Misschien
dat de Poolse auteur Ryszard Kapuściński het in zijn boek Reizen met Herodotos (1955) het nog het beste verwoordt:
Mijn weg voerde me soms
naar dorpjes aan de grens. Dat kwam eigenlijk weinig voor. Want naarmate je de
grens naderde, werd het land leger, je kwam steeds minder mensen tegen. Die
leegte vergrootte de geheimzinnigheid van zulke plaatsen; het viel mij
bovendien op dat er in de grensstreek stilte heerste. Die geheimzinnigheid en
die stilte trokken mij aan, intrigeerden me. Ik voelde de verleiding om te gaan
kijken wat verderop was, aan de andere kant. Ik vroeg me af wat je meemaakte,
als je een grens overstak. Wat voelde je? Wat dacht je? Het moest een moment
van grote emotie, ontroering, spanning zijn. Hoe was het aan de andere kant?
Vast anders. Maar wat betekende dat – anders? Hoe zag het eruit? Waar leek het
op? Of misschien leek het op niets wat ik kende en was het daardoor
onbevattelijk, onvoorstelbaar?
Je
moet de situatie van Kapuściński in zijn juiste context zien. Hij heeft het
over zijn jeugd in Polen, een paar jaar nadat Stalin is gestorven en de
communistische omklemming van zijn land iets losser wordt. Ook al wordt de
Koude Oorlog nog in volle hevigheid, de Poolse jeugd, als overal elders op de
wereld, ruikt kansen, mogelijkheden, zelfs zonder televisie, mobiele telefoon
of Facebook.